Vandaag is het boek van Peter Guralnick "The Colonel And The King" geleverd.

Zeer dikwijls moet je twee of meer bronnen aan het woord laten alvorens een oordeel te kunnen vellen over de geschiedenis, een gebeurtenis of een persoon. Zo ook over het leven en werk van Colonel Parker, alias Andreas van Kuyck.

Het nieuwe boek van Peter Guralnick “The Colonel and the King”: het is moeilijk een kanjer van 600 bladzijden samen te vatten in één paragraaf, en zeker niet over het ingewikkelde leven van de man die Elvis naam en faam gaf, maar die zich in zijn jeugd niet kon aarden bij zijn ouders en familie. Meer dan eens trok hij er op uit om elders een onderkomen te vinden en ging helpen in het circusleven, om dan plots de mogelijkheid te vinden om naar Amerika te verkassen om daar hetzelfde leventje voort te zetten. Een rode draad in het boek is wel te vinden in een vooruitstrevende man, die altijd en immer op zoek was naar innovaties, mogelijkheden en vooruitzichten. Hij keek nooit achterom en bleef nooit op zijn lauweren rusten. Steeds was hij in de weer om zijn protégés een beter leven en een dikgevulde bankrekening te bezorgen (en ook die van hemzelf). Dat was zo met Eddy Arnold, Hank Snow en later Elvis. Over zijn leven in Nederland wilde hij nooit uitweiden, niemand kon hem doorgronden. De Colonel sliep 5 uur per nacht en werkte 19 uur, daarmee is veel gezegd.
De oorsprong van het boek gaat al zeer lang terug met de vraag of de Colonel ooit zelf zijn levenswerk zou neerschrijven, maar dat wilde hij niet omdat hij alle schrijvers beschreef als haviken die alleen met slijk konden verwoorden om het boek verkoopbaar te maken. Toch had hij al een titel voor zijn boek: “Hoeveel is het waard als het gratis is?” Guralnick zijn ogen gingen pas open toen hij de schat aan correspondentie ontdekte uit de erfenis van Parker in een opslagplaats te Memphis. Aan de hand van de honderden brieven en met hulp van Loana Parker (die de Colonbel al heel lang kende als secretaresse) werd een boek geboren. Elvis zelf komt dus vrij weinig voor in het ganse verhaal, maar krijgt wel een veeg uit de pan bij zijn uitbundige wijze van geld uitgeven, die ook Vernon dikwijls aankaartte. Vernon kon de belastingen niet betalen omdat het geld al de deur uit was. In 1967 ontdekte Elvis de Cicrle G ranch vlak over de grens in Mississippi en ging zijn budget ver te boven bij de aankoop van de grond, de paarden, de trailers, de pick-up trucks en de uitrusting voor iedereen. Vernon was in alle staten, maar Elvis gaf geen krimp. Vernon moest zelfs Graceland in hypotheek aan de bank geven om de lening te kunnen afbetalen.
In zijn latere leven vond Parker alleen maar plezier in het uitgeven van zijn eigen gespaarde gelden, voornamelijk in het casino te Las Vegas. Honderdduizenden dollars gingen in rook op (hij speelde op elk nummer van de roulette) en bleef soms 48 uur rondhangen in de speelzaal. Het fabeltje dat zijn verlies zou gedekt geweest zijn door de casino-eigenaars komt hier nauwelijks aan bod. Nu ook ging zijn eigen geld langs deuren en vensters buiten. Toch kan je Parker de verdienste meegeven dat hij steeds weer zijn pupil op de been kon houden: Elvis had dikwijls te maken met een burn-out, gebrek aan interesse, eenzaamheid en gebrek aan hobby’s. Telkens een nieuw project werd opgezet (de eerste films, de 1968 Special, zijn allereerste optredens, de film That’s The Way It Is, de Aloha show) kon Elvis zich opkrikken tot het allerhoogste niveau. Nadien kwam hij altijd weer het beroemde “zwarte gat” tegen, en gingen de interesses weer achteruit. Dat gebeurde niet bij de opnames van de CBS special in 1977. Elvis krikte zich niet op aan een nieuwe uitdaging, maar liet alles aan zich voorbijgaan. Een cruciale fout, zo gaf Parker toe en gaf zichzelf de schuld. Elvis overleed zes weken later.
Het boek is waard om gelezen te worden, alhoewel sommige passages over intimi van Parker nutteloos overkomen, ook omdat wij, als modale fan, van deze mensen nooit hebben gehoord. Geschreven door een taalvaardige persoon, die Peter Guralnick zeker is, worden veel woorden gebruikt die perfect in de context passen, maar die voor een Europeaan onverstaanbaar zijn. Dat is wellicht een opmerking die geen steek houdt, maar je moet er wel rekening mee houden bij het lezen van het boek in de originele taal, het Engels dus.
Hubert

Het boek is nu te koop via onze Elvisboetiek in de Engelse taal, in de vorm van een softbound aan 28 €. Kun je de Engelse taal een beetje de baas, zeker kopen dan!