Op 29 januari 1965 stuurde Tom Diskin (de rechterhand van Colonel Parker) ons deze brief vanuit de Paramount Studio's te Los Angeles. De brief handelde grotendeels over de verbondenheid van de fanclubs en fans over gans de wereld. Tot aan de dood van Elvis werd deze vriendschap zonder meer ervaren als normaal. In latere jaren werden fanclubs meer "concurrenten" en gingen elkaars leden afsnoepen waarbij ze zichzelf gingen promoten als "de grootste en beste". Hoogmoed in deze wereld heeft nooit geleid tot eeuwig succes, ook niet in het kleine Elviswereldje. Deze brief was daarom ook te mooi om waar te zijn doorheen de jaren. We zijn inmiddels 56 jaar verder in de tijd. Bron: archief Hubert
|